Principes

Sociaal gedrag


Hoe leer je je kind met anderen om te gaan? De 15 universele do's & don'ts toegepast zodat je kind rekening leert te houden met anderen.
1. ZORG VOOR JEZELF
Als je zelf makkelijk vrienden maakt en je weet je tussen de mensen te bewegen is het makkelijker om je kind hierbij te helpen.
2. LOVE IS ALL
Heb je een positieve manier van opvoeden, dan krijgt je kind het gevoel geaccepteerd en gewaardeerd te worden. Als kinderen positief over zichzelf denken, beïnvloedt dit ook hun gedrag en hoe ze met anderen omgaan. Ze weten dan dat je hen waardeert en zijn daardoor eerder geneigd zich prettig te gedragen.

Het ene kind heeft veel vrienden, het andere kind weinig. Veroordeel je kind niet. Vraag je af wat je kind zelf wil.
3. GEEF HET VOORBEELD
Geef het goede voorbeeld. Laat zien hoe je kind zich dient te gedragen. Je kind leert van kijken naar jou. Vertel daarom ook waarom je iets doet.
Als je als ouder uitstraalt dat je vertrouwen hebt in de medemens, dan zal je kind zich ook opener gedragen.
Je kunt het inleven in gevoelens van anderen stimuleren door op gevoelens te wijzen en erover te praten. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Kijk, je zusje huilt. Ze is verdrietig omdat ze haar knuffel kwijt is.’
4. EERLIJKHEID
Of het nu goed of minder goed gaat, je kunt met je kind praten over vriendschap en het wezen van vriendschap. Vertel ook iets over je eigen vriendschappen.
Je kunt kinderen vertellen dat je trots op ze bent, maar probeer daarbij wel realistisch te blijven. Je hoeft ze niet voortdurend de hemel in te prijzen.
5. JE REGELS EN PRINCIPES
Stel duidelijke grenzen omtrent agressief gedrag en ander gedrag dat schadelijk is voor andere kinderen (zoals discrimineren en pesten).
Door samen te spelen leert je kind de 'regels' in het sociale verkeer.
6. WEES CONSEQUENT
Voor jezelf kunnen opkomen is een belangrijke vaardigheid voor je kind. Het moet tegen anderen nee kunnen zeggen. Je kind moet leren om consequent te zijn in het aangeven van de grenzen. Je kunt als ouder daarbij helpen door je kind zelfvertrouwen te geven en situaties te bespreken.
7. BELONEN WERKT BETER
Speek je waardering uit als je kind zijn/haar wensen durft te uiten naar anderen. Ook als het weet te luisteren naar de ander.
Prijs je kind als het samenspeelt of iets deelt.
8. MAAK ER GEEN ISSUE VAN
Als kinderen 3 of 4 jaar zijn en ruzie hebben kun je soms vanaf een afstand kijken of ze er zelf uitkomen, maar grijp wel in als het uit de hand dreigt te lopen.
9. VOORKOM STRAF
Vind je dat je kind 'verkeerde vrienden' heeft? Vertel nooit met wie je kind wel mag omgaan en met wie niet. Laat een kind zelf ontdekken wie oké is en wie je beter uit de weg kunt gaan. Blijf belangstelling tonen. Laat de vrienden over de vloer komen. Verkeerd gedrag van je kind of van vrienden mag je natuurlijk wel afkeuren.
10. WAT VERWACHT JE WEL?
Maak duidelijk hoe je kind zich wel hoort te gedragen. Dan blijkt vaak dat hij of zij het vervelende gedoe zelf ook niet echt leuk vindt.
11. GEEN MACHTSSTRIJD
Stimuleer contact. Je kunt als ouder proberen je kind te steunen en bepaalde vriendschappen stimuleren, maar vriendschap laat zich niet dwingen.
12. STIMULEER EEN PASSIE
Kijk dan eens of je kind op een teamsport wil of een andere hobby met andere kinderen. Samen sporten of iets anders doen maakt het gemakkelijker om contact te maken.
13. VERANTWOORDELIJKHEID
Dankzij het vertrouwen van je kind in zichzelf en de omgeving durft je kind ook meer te gaan ontdekken en krijgt het steeds meer zelfvertrouwen. Je kind probeert dingen uit, ook als het gaat om lastige dingen zoals bijvoorbeeld iemand uitnodigen om te komen spelen. Als zoiets lukt, versterkt dat het zelfvertrouwen. Daardoor wordt je kind geleidelijk aan zelfstandiger.
14. ONTDEK DE WERELD
Stimuleer contact. Door te spelen met andere kinderen (in de buurt) leert je kind omgaan met leeftijdsgenootjes. Geef je kind ook op voor de opvang en ga naar activiteiten, bijvoorbeeld in het buurthuis. Ze komen in contact met allerlei verschillende kinderen.
15. HEB GEDULD
Gebruik humor. Lach samen, om elkaar en met elkaar.
Het komt allemaal goed. Ooit zullen ze weten hoe ze vrienden kunnen maken, met vreemden durven spreken en zich als een sociaal persoon opstellen.
Share by: