5. JE REGELS EN PRINCIPES
Maak duidelijk dat pesten echt niet goed is. Vertel hoe vervelend het is voor het slachtoffer. Keur hierbij niet je kind als persoon af, maar het gedrag.
Leg uit dat iemand digitaal uitschelden, kleineren of vernederen ook pesten is.
Bespreek de gevolgen die pesten (of nare grappen) kan hebben voor een slachtoffer.
6. WEES CONSEQUENT
Pesten moet consequent worden bestreden. De meeste anti-pestprogramma’s op scholen richten zich op de groepsdynamiek. Kinderen leren al vanaf de onderbouw om voor elkaar op te komen. Als je de groep sterker maakt tegen pesten, is er voor een pester niets leuks aan, dan is het statuselement weg. Daarom zijn die methodes effectief.