Principes

Bewegen Sport Motoriek Gezond

Bewegen


Hoe help je je kind te blijven bewegen? De 15 universele do's & don'ts toegepast om je kind genoeg te laten bewegen.
1. ZORG VOOR JEZELF
Als je zelf energie hebt en je fit voelt kun je je kind beter helpen om meer te bewegen.
2. LOVE IS ALL
Misschien kan je ene kind heel goed sporten en ga je alle wedstrijden kijken. Dan kan er misschien minder aandacht uitgaan naar je andere kind(eren). Kijk naar alle talenten en waardeer dat evenveel.
3. GEEF HET VOORBEELD
Ga zelf ook sporten of een andere bewegingsactiviteit. Je geeft dan het goede voorbeeld.
4. EERLIJKHEID
Eerlijk spelen en sporten is het leukste. Geef je kind dan ook complimenten niet alleen als het wint, maar juist als het sportief speelt.
5. JE REGELS EN PRINCIPES
Door te sporten of spelen met andere kinderen leert je kind de 'ongeschreven regels' in de omgang met anderen. Kinderen leren om zich aan de regels van de sport of spel te houden, rekening te houden met anderen en om te gaan met verliezen en winnen.
6. WEES CONSEQUENT
Maak bewegen een vast onderdeel van het dagelijkse ritme. Dagelijks lopend of fietsend naar school is al een begin.
7. BELONEN WERKT BETER
Kinderen houden van spel en van een wedstrijdelement. Dat maakt actief bewegen vaak leuk. Door je kind te laten winnen, of iets te volbrengen krijgt je kind een goed gevoel over zichzelf.
8. MAAK ER GEEN ISSUE VAN
Sommige kinderen zijn niet zo goed in sport. Als je hier teveel nadruk op legt tast dat de eigenwaarde aan. Misschien ben je wel teleurgesteld dat je kind minder sportief is dan jezelf, maar maak er geen issue van. Kinderen die minder goed zijn in balspelen zijn misschien wel heel goed in atletiek. Maar ook buiten de sport om zijn er voldoende mogelijkheden om te bewegen voor je kind.
9. VOORKOM STRAF
Bewegen en sporten moet leuk zijn. Als je kind zich ongewenst gedraagt op het veld dan moet je je kind daarop aanspreken. Schelden, schoppen of ander gedrag waar anderen last van hebben zijn onacceptabel. Maak het gezichtspunt van de ander duidelijk. Keur het gedrag af, niet je kind.
10. WAT VERWACHT JE WEL?
Vertel dat kinderen die regelmatig bewegen zich meer ontspannen voelen, energieker zijn en beter slapen. Help je kind de weg te wijzen naar sport- en speelvelden of speeltuinen.
11. GEEN MACHTSSTRIJD
Houdt je kind niet van sporten? Dwing het dan niet om een sport te gaan doen. Dat werkt niet. Buiten bewegen (zwemmen, fietsen, skaten) zonder lidmaatschap bij een sportclub is natuurlijk ook altijd goed! Probeer samen uit te zoeken waar je kind zich goed bij voelt.
12. STIMULEER EEN PASSIE
Misschien lijkt het je kind leuk om bij een sportclub te gaan. Als je je kind al vroeg laat kennismaken met allerlei sporten, leert het dat sporten leuk is. Daar heeft je kind de rest van het leven plezier van. Sporten is goed voor de gezondheid van je kind. En als het bij een sportclub gaat, is het ook goed voor de sociale contacten.
13. VERANTWOORDELIJKHEID
Kinderen vinden het leuk om risicovol te spelen omdat ze hierbij opwinding, spanning en trots ervaren. Het vergroot het zelfvertrouwen, de zelfredzaamheid en het doorzettingsvermogen en je kind leert grenzen ontdekken en risico’s inschatten.
14. ONTDEK DE WERELD
Geef je kind volop de tijd en de ruimte om te bewegen, te ontdekken en zich te ontwikkelen. Klimmen en klauteren horen daarbij. Af en toe een misstap is heus niet erg. Je kind leert daardoor te vallen en weer op te staan. Het is wel goed om in de buurt te blijven, zodat je kunt ingrijpen als het verkeerd dreigt te gaan.
15. HEB GEDULD
Kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo. Maak je geen zorgen als je kind nog niet kan lopen of minder sportief is. De verschillen tussen kinderen zijn groot en ieder kind heeft zijn/haar eigen talenten.
Share by: